Schrijver Jan Brokken debuteerde in 1975 met een boek over Mata Hari. Hij werkte toen nog bij Trouw, waar op een dag een man met een koffer vol knipsels over Mata Hari binnen kwam lopen. Blog 3.
‘Baltische Zielen heb ik achter elkaar uitgelezen’, zegt de man tegenover me in de trein vanuit het niets. Hij kijkt naar m’n boek, ik hou het omhoog. Nee, van deze heeft hij nog nooit gehoord. Mata Hari, geschreven door Jan C. Brokken? En wat doet die C. daar?
Ik ben op weg om Jan Brokken te interviewen over Mata Hari, de waarheid achter een legende, waarmee hij in 1975 z’n debuut als schrijver maakte. Na Mata Hari ging de C van Cornelis eraf en bleef Jan Brokken over, inmiddels een van de meest gelezen schrijvers in Nederland. En een gastvrij man, in zijn huis in Amsterdam.
De schrijver zet thee. Al voor ik de eerste slok neem, gooi Ik het om. Hij gaat zitten en leest voor uit zijn eigen boek, dat had ik hem van tevoren gevraagd. Hij wil dat graag meteen doen, voor dat we verder praten, want dan snap ik waarom hij bezig is geweest met Mata Hari, zegt hij.
Veel schrijvers en journalisten beginnen aan Mata Hari vanwege hun fascinatie voor de mythe of de drang om de waarheid te achterhalen. Hij niet. Zijn chef bij dagblad Trouw vroeg hem een verhaal voor de zaterdagbijlage te maken, omdat er een man voor de deur stond met een koffer vol Franse knipsels, boeken en kranten over Mata Hari. Of Jan daar iets in zag. Die ging aan het werk en na vier weken lag er een verhaal. Waarna uitgever Martin Ros van de Arbeiderspers aan de telefoon hing. Toen kwam de fascinatie alsnog en werd het een boek.
Met een handdoek dep ik intussen de stoel waarin de kop thee verdwenen is en vraag of hij met zijn boek een ander geluid wilde laten horen.
‘Oh ja. Je had het boek van Sam Waagenaar en de Friese journalist Keikes, maar voor de rest was het allemaal shit met enorme verhalen over haar spionagetijd. Kijk, ze was een fantastische fantast, die zo goed fantaseerde dat ze de Fransen, de Duitsers en ook de Engelsen liet geloven dat ze spion was. Ze wist zelf niet meer wat ze allemaal verteld had.’
En wat vind jij?
‘Ik heb er nooit aan getwijfeld dat ze gespioneerd heeft, het hoorde bij haar spel. Maar veel stelde dat gespioneer niet voor. Een vriend van mij, Wim Statius Muller, ook ooit spion, vertelde dat het gewoon informatievoorziening was wat die zogenaamde spionnen in de Eerste Wereldoorlog deden. Toen had je nog geen internet, geen satellietverbindingen. Als je doorgaf dat een leger ging marcheren richting de grens, was je al bezig met spionage activiteiten. Mata Hari was er ook niet behendig genoeg in. Ze was veel te extravert, vond zichzelf mateloos interessant en daarom moest ze wel tegen de lamp lopen.’
‘In 1975, toen ik mijn boek schreef, was het feminisme op z’n hoogtepunt. Ze werd in die tijd gezien als slachtoffer van de mannen, een sexobject. Maar weet je, ze is nooit het slachtoffer geweest, zij heeft mannen tot slachtoffer gemaakt. Ze moest alle mannen verslinden en ze deed dat omdat ze er zin in had. Niemand ontsnapte aan haar charme.’
Zou je nu een ander boek over haar hebben geschreven?
“Alles wat erin staat, daar ben ik het nog mee eens. Ik heb het dertig jaar niet gelezen tot vanmorgen, omdat jij zou komen. Ik denk dat ze nog meer artieste was dan ik heb doen voorkomen, dat zou ik ook meer benadrukken. Ik sprak later een man die uit Indië kwam. Zijn moeder speelde quatres mains met Mata Hari. In Indië! Kijk, dat vind ik nou waanzinnig interessant, ze was muzikaal en muzisch bevlogen. In Nederland denken we, God, Greetje Zelle, Maar ze was een mediaster, net als Madonna, die de tijdgeest ontzettend goed heeft aangevoeld.’
Begon je haar een beetje leuk te vinden, toen je dat boek schreef?
‘Nou, ik vond haar vooral intrigerend.’ Hij lacht. ‘Ik denk dat als ik haar ontmoet had, ze mij in drie minuten om haar vinger had gewonden, zoals ze iedereen inpakte.’
Wat zou je nog meer toevoegen?
‘Wat zowel Waagenaar als ik – net zoals tal van anderen – over het hoofd hebben gezien, is dat het een militaire rechtbank is geweest, die haar veroordeeld heeft. Degene die tegen de doodstraf zou stemmen, zou gedegradeerd worden. Dat heb ik pas heel laat ontdekt, een paar jaar geleden.’
Er moet geschreven worden. Ik pak m’n spullen in, de schrijver laat me uit. Hij is inmiddels 26 – wie weet al 27 – boeken verder, sinds Mata Hari.
Jan Brokken is een van de zeer vele schrijvers en journalisten die een boek over Mata Hari hebben geschreven. Ik heb een lijst van al die boeken gemaakt, die prachtig is vormgegeven op de site van het Fries Museum.
Die lijst is vermoedelijk niet compleet. Ken jij nog andere boeken? Mail die dan naar hannekeboonstra@icloud.com.
Foto Madonna van Joshua Brandao.
Leave a reply