‘Moet je zien wat een prachtig handschrift ze heeft’, fluistert het meisje tegen haar vriendin. Samen dwalen ze door de zalen van de Mata Hari tentoonstelling in het Fries Museum.
Het is stil in de eerste zaal, op de stemmen van Mata Hari en Bouchardon na. Met z’n tweeën zuigen ze je de tentoonstelling in. Ze vertelt dat ze onschuldig is, maar haar ondervrager gelooft er niets van. Ze is schuldig aan spionage. Punt. Uit. Die eerste, zwarte zaal mist z’n uitwerking niet. Zachtjes schuifelen bezoekers verder.
Pas als we in haar jeugd in Leeuwarden uitkomen, neemt het geroezemoes toe. ‘Kijk jongen’, zegt een oude man, leunend op zijn stok, ‘zo leerden we vroeger schrijven.’ Die jongen is zo te zien zijn kleinzoon. ‘Maar schreven jullie dan ook in het Frans?’ ‘vraagt die. ‘Jawel, een beetje.’ Twee dames aan de overkant buigen zich over de vitrines met brieven. Dat Margaretha Zelle zo goed Frans schreef, hadden ze nooit van haar gedacht. Ze was een stuk slimmer dan ze gedacht hadden, zie je ze denken.
In een andere zaal, over haar leven in Nederlands Indië, met haar man en twee kinderen, staat een man voor twee kinderbedjes. Hij leest wat er op het laken geschreven staat over de dood van haar tweejarig zoontje, de kleine Norman. Dat hakt erin. ‘Wat verschrikkelijk’, antwoordt hij als ik vraag wat hij ervan vindt.
En zo schuifelen van de ene zaal naar de andere. Je ziet haar dansen, we lezen de plakboeken van Mata Hari, die voor deze tentoonstelling zijn nagemaakt en overal liggen.
Eenmaal buiten vraagt de kleinzoon, wat opa ervan vindt. Die heeft niet veel woorden nodig: ‘Indrukwekkend.’
De tentoonstelling in het Fries Museum is te zien t/m 2 april 2018.
Leave a reply